Online leren kan op veel verschillende manieren worden gedaan, maar hoe kun je een goede mix van leeractiviteiten maken? Vandaag wil ik graag een manier om dit te doen met je delen. De drie stappen om de juiste mix voor blended e-learning te creëren.
In de eerste stap bepaal je jouw leerdoel door het beantwoorden van de vraag ‘wat moeten mensen weten of beheersen na de leerinterventie?’. Er kunnen veel verschillende leerdoelen zijn. Zo kun je bijvoorbeeld mensen bepaalde vaardigheden aanleren, of je kunt testen wat een persoon weet over een bepaald onderwerp. Uiteraard is het verkrijgen van kennis een gemeenschappelijk doel bij het leren. Maar het vermogen om een mening te vormen kan ook een belangrijk doel zijn, net als het delen van informatie met anderen, zoals collega’s.
Voordat er e-learning was, konden we natuurlijk ook al kiezen uit verschillende leeropties, waarvan onderwijs in een klaslokaal veruit het meest werd gebruikt. Met de introductie van e-learning denken veel mensen meteen aan een online cursus. Dat is natuurlijk een goede keuze, maar er zijn nog veel andere opties.
Dus, welke manieren van online leren zijn er? Wat voor soort leeractiviteiten kun je gebruiken in jouw mix? Je zou kunnen denken aan een aantal activiteiten, zoals bijvoorbeeld:
Er zijn ook veel offline opties. Je kunt een klein deel van de kennis delen via e-mail of tijdens een vergadering (bijvoorbeeld “Er is een nieuw protocol over onderwerp X. Er is niet veel veranderd in vergelijking met de oude situatie, maar er is 1 verschil, namelijk …”). In de gezondheidszorg worden vaak hulpmiddelen gebruikt, waaronder zeer korte instructies die de grootte hebben van een creditcard waarop je de belangrijkste informatie snel kunt lezen. Ook kunnen verwijzingen, protocollen, richtlijnen en ander leesmateriaal worden gebruikt.
In de gezondheidszorg heb je ook het skills lab, een plek om bepaalde vaardigheden te trainen. En natuurlijk kun je ook denken aan andere offline vergaderingen in alle soorten en maten, bijvoorbeeld een middag voor reflectie, een klassikale training of een lezing.
En dan zijn we nu aangekomen bij het moeilijkste gedeelte, namelijk het beantwoorden van de vraag ‘welke leeropties zijn het beste voor jou om te gebruiken?’. Om je te helpen bij het nemen van een beslissing, heb ik enkele voorbeelden uitgewerkt.
Kennis en vaardigheden: e-learning en les in de klas
Als je bijvoorbeeld wilt dat jouw werknemers op de hoogte zijn van het injecteren van patiënten, dan betekent dit dat zij bekwaam en capabel moeten zijn. Om in staat te zijn iets te doen, zullen je studenten moeten oefenen, en dat kan worden gedaan in het skills lab of een andere praktijk omgeving. Stel je voor dat je die groep mensen wilt leren hoe ze een injectie moeten geven. Je kunt ze hierover leren door middel van e-learning, maar je moet ze ook een real-life ervaring geven en ze het in het echte leven laten zien. De theorie van het injecteren, zoals hoe je het moet doen en wat de voorwaarden zijn, kan perfect worden aangeleerd door middel van e-learning. De praktijk kan het beste worden aangeleerd in de klas. Voor leerdoelen zoals deze zie je vaak een combinatie van e-learning en offline oefenen. Kennis via e-learning en de vaardigheden in de klas.
Kennis: e-learning met on-the-job herinneringen (of misschien iets anders?)
Als je alleen kennis wilt overdragen, dan is een online cursus een passende keuze. Je kunt hierbij denken aan een cursus zoals die over handhygiëne die ik recent heb ontwikkeld. Dat is een onderwerp waar de meeste mensen al iets van weten, en met e-learning zorg je ervoor dat ze er alles over weten. En je kunt je groep cursisten ondersteunen met offline materialen, zoals posters op toiletten over hoe je je handen goed kunt wassen.
Maar toch, soms is je hoofddoel het overdragen van kennis. Echter heb je ook belangrijke secundaire doelen. Vorige week sprak ik met een L&D-manager die een dag over handhygiëne had georganiseerd. Ik vertelde hem dat er betere en efficiëntere manieren zijn om kennis over te dragen, zoals mijn e-learning cursus over handhygiëne. Hij was het met me eens, maar deze dag was voor iedereen in de organisatie: managers, keukenpersoneel, verpleegsters, schoonmaaksters, enzovoort. Ze waren allemaal uitgenodigd. Na een rommelige reorganisatie wilde hij die dag gebruiken om zijn team opnieuw op te bouwen. In die situatie maakte hij een goede keuze door voor offline leren te gaan.
Wat weten ze al: een vragenlijst voorafgaand aan de cursus
Als je wilt weten wat iemand al weet over een bepaald onderwerp en je wilt dat mensen hierover praten tijdens een bijeenkomst, dan kun je ze voorafgaand aan die bijeenkomst een vragenlijst laten invullen. Op deze manier krijg je een idee van wat mensen al weten. Dit zorgt ervoor dat je gemakkelijk kunt zien of de kennis die men heeft voldoende is, vooral als je werknemers met verschillende achtergronden en ervaringen hebt. Hebben bepaalde werknemers of heeft een bepaalde groep een tekort aan kennis? Dan is dit dé manier om dat duidelijk te maken.
Als je ze tijdens de cursus vraagt naar hun kennisniveau, dan is er de kans dat ze antwoorden met “Ja, natuurlijk wist ik dat”. Dat is waarom ik denk dat het waardevoller is om het kennisniveau van tevoren te testen. Het gaat er niet om wat goed of fout is, of dat mensen slagen voor de test. Het gaat om de vraag ‘Wat weten mensen over een onderwerp en zitten er hiaten in hun kennis?’. Met de gegevens uit de vragenlijst kun je deze gaten nauwkeurig volgen en deze gebruiken om jouw klassikale cursus efficiënter te maken. Een goed voorbeeld dus van blended learning.
Kennis die nog niet is uitgekristalliseerd: een webinar
Stel je voor dat je werkt bij een grote organisatie en je wilt een app gebruiken om met alle werknemers te communiceren. Je besluit een pilot op te zetten. Dit betekent dat jouw werknemers allemaal moeten leren werken met die app. Het is nog te vroeg om een e-learning cursus te gebruiken, want misschien werkt de app niet zoals jij wilt en beëindig je het project na de pilot. Wat is er dan nog meer? Klassikale training? Te duur, verspilling van de tijd en de app is niet zo moeilijk te gebruiken. Je kunt een video op intranet zetten, maar dan heb je geen interactie met je werknemers. In dit geval is een webinar, een online college, de beste oplossing. Mensen kunnen inloggen en vervolgens het presentatiescherm bekijken en vragen stellen. En na het webinar kun je jouw werknemers een samenvatting op papier geven ter referentie.
Leren en ervaringen uitwisselen: Yammer
Stel je voor dat je een reorganisatie binnen jouw bedrijf leidt. Naast veel leeractiviteiten wil je dat je werknemers ervaringen met elkaar delen. Dit kun je faciliteren door gebruik te maken van een platform waar delen centraal staat, zoals Yammer. Yammer is een online verzamel-omgeving waarin je documenten kunt delen. In Yammer kun je ook vragen stellen aan anderen. Op deze manier blijf je verbonden met je werknemers en op de hoogte van wat zij leren. En als je mensen hun fouten en successen laat delen, dan kun je daar ook veel van leren.
Tot slot
Ik hoop dat ik je enig inzicht heb gegeven in hoe je de juiste mix voor blended e-learning kunt creëren. En het spreekt voor zich dat je, nadat je jouw mix hebt gevonden, deze blijft testen. Dat is de enige manier om erachter te komen of je echt de perfecte mix hebt gevonden.